Iemand vroeg mij op een verjaardag een aantal weken geleden of ik al weer enigszins geland was in mijn eigen huis. De rest van de familie begon bij die opmerking te lachen, zij wisten wel beter. Ik hield mij maar even stil. Fysiek was ik wellicht wel aanwezig op die verjaardag, maar mijn gedachten dwaalde af naar daar waar mijn hart zijn thuis heeft gevonden. “Nee, nee, jongens”, zei mijn oudste broer, “dat zien jullie verkeerd, Marrit is nu even tijdelijk in Nederland op vakantie, straks als ze weer weg mag, dan gaat ze weer naar huis”. Hij kent zijn zusje. Hij slaat precies de spijker op zijn kop. Want zo is het wel. Mijn eigen huis voelt niet meer zo thuis als voorheen.
Het was natuurlijk niet onvermijdelijk dat de dag zou komen dat ik moest vertrekken van de camping. Vertrekken van de heerlijke vrijheid die ik daar had gevonden. Vertrekken van het buitenleven. Vertrekken van “wie-doet-mij-wat-hier”. Het was voorbij. Het is een hele vreemde gewaarwording om op de dag van vertrek nog één keer achterom te kijken, de auto in te stappen en dan weg te rijden, wetende ook dat ik hier als Campinghost niet naar terug zal keren. De avond ervoor ben ik nog een keer te camping over gelopen. Een laatste groet brengen aan “mijn tenten”. Aan de waterkant afscheidnemend van de brulkikkers en in gedachten terug omhoogkijkend naar die prachtige safaritenten die daar op een fantastische mooie plek staan. Mooi leven.
De terugreis verliep anders dan de heenreis. Daar waar ik op de heenreis twee dagen lang hyper zat mee te blèren met de cd’s, was het op de terugreis lange tijd akelig stil in de auto. In de achteruitkijkspiegel verdwenen de bergen, het werden heuvels om vervolgens deze ook te verlaten en het vlakke land weer in te rijden. De radio werd weer aangezet. Hoewel het niet de bedoeling was, ben ik toch die dag in één keer naar huis gereden. 1100 km. Gaar was ik daarna wel, maar het was nu ook wel goed zo.
Ik ontken zeker niet, dat het fijn is om je familie en vrienden na lange tijd weer terug te zien. Even weer socializen, bijkletsen, gezellig weer samen eten, de knuffels ontvangen en ouderwets weer samen lachen. Diverse reünies met de reisvrienden en oud-IVOR-medecursisten staan op de stapel. Het Sinterklaasavondje met de familie staat weer gepland. En het jaar op de 31e december met mijn vrienden af te sluiten, zijn toch nog wel de dingen die ik voorlopig nog niet wil missen.
Het thuis zijn is wel anders geworden. In het begin zat ik op mijn bank, keek ik de woonkamer door en dacht ik wel eens “is dat nieuw wat daar staat, of had ik dat een halfjaar geleden ook al?”. Ik voelde me ontheemd. Ik ben een gast in mijn eigen huis. Het voelt niet meer vertrouwd. Ik ben niet thuis. Als je op vakantie bent geweest en je komt na 2 a 3 weken weer thuis, dan ben je blij om weer je eigen comfort te hebben. Dat is met een halfjaar weg te zijn geweest wel anders. In Frankrijk had ik het ook prima voor elkaar, ik ben daar echt tot het besef gekomen dat ik niet veel nodig heb om te leven. Het comfort wat ik daar had, daar was ik meer dan tevreden mee. Heerlijk die kleine ruimte, kon ik makkelijk iets terugvinden. Nu denk ik wel eens “waar heb ik dat nu weer gelaten dan?” Inmiddels heb ik mijn huis ontdaan van vele onnodige spullen. Doe ik er niks mee? Weg ermee! Rigoureus! Dat wat emotionele waarde voor mij heeft, is nog gebleven. Langzaamaan komt het besef dat mijn huis te groot voor mij gaat worden. Ik zou mij prima kunnen redden in een “Tiny-house”.
Het leven is ook anders geworden. Daar waar ik op de camping 90% buiten was, ben ik nu 90% weer binnen. Dat bevalt mij eigenlijk totaal niet. Daar had ik de vrijheid en kon ik enigszins eigen baas zijn. Nu “moet” ik weer van alles. Zit ik weer in het regime van het gehaaste Nederland. Het gevoel hebbende dat er weer op je gelet wordt. Ik heb weer vrienden mogen maken met het UWV, moet ik weer voldoen aan de sollicitatieplicht. Ik begrijp dat allemaal wel dat dat moet gebeuren, maar ik wil dat geneuzel gewoon niet meer. Daar ben ik zo klaar mee.
In het begin van het thuis zijn had ik ook nergens zin in. Op de camping ging ik maar door en moest ik mij soms zelf tot een pauze nemen dwingen, terwijl ik hier thuis niet van de bank af te komen was. Inmiddels trekt dat bij. Ben ik weer fanatiek aan het sporten, ga ik elke week trouw naar mijn Franse les, heb ik weer een aantal sollicitatiebrieven de deur uitgedaan en heeft het uitzendbureau mij weer benaderd voor een kleine, tijdelijke baan. Op zich prima. Maar voel ik mij echt weer thuis nu?
Ik geloof dat mijn oudste broer gelijk gaat krijgen. Ik ben hier in Nederland op vakantie, straks als ik weer weg mag, ga ik weer naar huis. Wat mij betreft mag Vacansoleil ook wel accommodaties op wintercampings gaan verhuren. Deze Campinghost zal met alle liefde en plezier de wintergasten dan gaan begroeten. Zover zijn de ontwikkelingen (helaas) nog niet. Deze host zal rustig gaan aftellen naar de dag dat ze weer mag vertrekken. De appjes, de mailtjes en de foto’s die ik vanuit Frankrijk steeds mag ontvangen doen mij beseffen dat, Nederland mooi en mijn thuisland is, maar dat dat langzaamaan plaats gaat maken voor de heimwee naar datgene waar ik mij steeds meer zo thuis ga voelen.