Bij menig vakantieganger die de Ardèche als vakantiebestemming heeft, staat een bezoek aan Vallon Pont d’Arc zeker hoog op het lijstje. Ik geef ze geen ongelijk, het is zeker de moeite waard om deze natuurlijke brug over de rivier de Ardèche te gaan bezoeken. Het is een toeristische trekpleister die vakantiegangers vanuit alle windstreken aantrekt. Vallon Pont d’Arc verdient het, om in een aparte blog, hierover uitgebreid te schrijven. In dit blog gaat het vooral om die dorpjes die op de route liggen richting die beroemde, natuurlijke brug. Dorpjes die zeker ook vereerd mogen worden met een bezoek; Vogüé – Balazuc – Ruoms. Waarbij gezegd moet worden dat Vogüé en Balazuc eigenlijk wel verplichte haltes zijn op deze pelgrimstocht naar al het cultuur en natuurschoon wat de mens door de eeuwen heen gemaakt heeft.
Komende vanuit Aubenas wordt de route vervolgd over de D579 richting Vallon Pont d’Arc. Op goed 10 km van Aubenas ligt het eerste karakteristieke dorpje; Vogüé. Dit dorpje, net zoals Balazuc, behoort tot de 20 mooiste dorpjes van de Ardèche en heeft daarom het “Village de Caractère” keurmerk mogen ontvangen. Het dorpje is gebouwd tegen een rots en ligt aan de oever van de rivier de Ardèche. In de naam van het dorpje is het Franse woordje gué te herkennen, dat “oversteekplaats” betekent. In de Middeleeuwen droeg de tol die geheven werd op de brug in aanzienlijke mate bij aan de welstand van de leenheren van Vogüé. (Een leenheer was een vorst of een hoge edelman die een grondgebied liet besturen door een leenman, van wie hij in ruil zekere prestaties en militaire bijstand verwachtte in een persoonlijke band van trouw).
Net als veel andere karakteristieke dorpjes, zijn de middeleeuwse straatjes en steegjes een lust voor het oog. Lopend door deze straatjes kom je al gauw bij het hart van Vogüé; Chateau de Vogüé, een kasteel uit de 16e eeuw. Kenmerkend zijn de vier ronde hoektorens uit de Provençaalse bouwstijl. Het kasteel is altijd nog in handen van de adellijke familie Vogüé, die het al sinds 1603 in hun bezit heeft. Tegenwoordig wordt het kasteel voornamelijk gebruikt voor bezichtigingen en tentoonstellingen van beeldende kunst. Naast het hebben van veel cultuur kan er in de rivier ook goed gezwommen worden en heeft het een heerlijk strandje erbij. Om nog meer actief te zijn op het water, is Vogüé vaak het vertrekpunt voor veel kanovaarders.
Als we Vogüé achter ons laten en de weg 5 km verder vervolgen komen we aan in het – eveneens – middeleeuws dorpje Balazuc. Ook dit dorpje ligt hoog op een rots en boven de rivier de Ardèche. Dit dorpje is alleen per voet te verkennen. De auto dient op de ruime parkeerterreinen (betaald) boven en onder het dorp geparkeerd te worden. Een voetgangers pad leidt je naar het begin van dit dorpje. Aangekomen in het dorpje vormen de nauwe straatjes en steegjes een doolhof waar het heerlijk struinen is. Het heeft een interessante historische dorpskern, tal van middeleeuwse huizen, kasseienstraatjes en verrassende doorgangen. Vroeg of laat kom je door dit doolhof aan steegjes, uit bij de romaanse kerk Ste-Madeleine met zijn klokkentoren met zadeldak. De kerk stamt oorspronkelijk uit de laat 11e en begin 12e eeuw, is later uitgebreid en in 2007 gerestaureerd en heeft prachtige glas-in-lood ramen. Deze zijn te bezichtigen als er exposities worden gehouden (vaak vanaf maart tot en met september). Het uitzicht over de rivier, wijnvelden en de vallei is prachtig te noemen. Restanten van vestigingsmuren, ruïnes van een kasteel uit de 13e eeuw vormen een indrukwekkend decor in dit eeuwenoud dorpje. Er zijn weinig winkels en restaurants. Echter, kan hier wel heerlijk gezwommen worden in de rivier en is Balazuc ook een prima vertrekpunt voor de kanovaarder.
Nadat deze twee historische dorpjes bezocht zijn, is het laatste dorpje voor Vallon Pont d’Arc; Ruoms. Een oud stadje die vooral bij de vakantiegangers bekend staat om zijn lange winkelstraat. Dit stadje is na Vallon Pont d’Arc de 2e toeristische trekpleister in deze streek. Toch kent Ruoms ook een rijke historie en is vooral beroemd geworden door zijn steen. Uit de vele steengroeven kwam een goed kwaliteit kalksteen die gebruikt werden voor o.a. de bouw van de kathedraal van Gap en de schouwburg van Montpellier. Ruoms heeft ook lange tijd bier gebrouwen voor de dorstige steenhouwers. Tot 1960 bood dit werk aan de meerderheid van de lokale bevolking. Maar dat is tegenwoordig voorbij en heeft het toerisme dat stokje overgenomen en is het brouwen van bier vervangen door de wijn.
Om de pelgrimstocht aan de drie karakteristieke, historische dorpjes goed af te sluiten is een bezoek aan Restaurant Roseraie des Pommiers, een absolute aanrader! Het restaurant staat bekend om zijn Franse, Afrikaanse (Senegalese) dagschotels en ligt net buiten Ruoms, in een prachtige, landelijke omgeving, middenin een wijn- en rozengaard. En ondanks de loslopende Franse kippen waan je in deze “lodge” even in Afrika. Top locatie!