Als je net als ik een liefhebber bent van bergen, dan is het rijden naar het vlakke land opeens een behoorlijke omschakeling. Met bepaalde gematigdheid reed ik begin mei richting de Adriatische kust. Ik liet het berg- en heuvellandschap achter mij en reed ik het vlakke land in. Hoe verder ik bij de kust kwam, hoe meer ik dacht: “waar kom ik terecht?” Het leek wel of ik naar het einde van de wereld reed, want zo vlak werd het.
Camping Rosapineta ligt, voor mijn gevoel in the middel of nowhere en ligt pal aan de zee. Man, man wat een vlakke bende. Ik krijg in deze streek nou niet echt het gevoel dat ik in het buitenland bent. Dat ik gewoon in Nederland aan de IJssel ben. Water is hier namelijk ook, heel veel water. Niet alleen de zee, maar erom heen is het vooral water. Het is waar dat water leeft. Er is altijd wel iets te zien op het water. Het geeft ook mooie vergezichten en er is hier ook een mooi natuurgebied in de buurt met mooie flora en fauna.
Het enige wat mij hier doet beseffen dat ik daadwerkelijk in Italië ben, zijn de zeer slecht onderhouden wegen. Alles is oud. De toegangsweg naar de camping is zo hobbelig dat je bang bent dat de schokbrekers van je auto er zo van af knallen. Elke keer als ik erover heen rij, heb ik medelijden met die vakantiegangers die hier met een caravan aankomen. Heb je de weg overleeft, dan heeft je inventaris in de caravan dat niet.
Campingleven
Ben ik enigszins bekomen van de omschakeling van bergen naar het vlakke land, begint eindelijk het campingleven weer. De klik tussen mij en mijn teamgenoten was er direct. Ook Nederlanders en ook niet vies van hard werken. Dat past wel in mijn straatje. Het is hun derde seizoen op deze camping. Het is een grote, oude Italiaanse camping. Een week voor opening was er nauwelijks nog een Italiaan te bekennen om enigszins de camping aan kant te maken. Pas in de week van de opening was er enige reuring op de camping te zien.
In de eerste paar weken zijn wij erg druk met van alles en nog wat. We zouden in eerste instantie 106 accommodaties te beheren hebben. Maar dat is terug geschroefd naar 86. Onze organisatie had 20, voor mij zeker bekende, safaritenten overgenomen. Ze staan op een mooie en leuke plek, ergens hier in het bos. Het is alleen erg jammer dat er schimmel in en buiten de tenten zichtbaar is. Als je naar binnengaat, slaat direct de lucht op je longen wat een spontane hoestbui tot gevolg heeft. Dus is er besloten om deze tenten, helaas, het hele seizoen te blokken. Hier wil je geen gasten in hebben.
Het campingleven gaat door. We maken nu al vele overuren. Er is veel mis in de accommodaties. Ik kan de tel niet meer bijhouden, hoe vaak wij de accommodaties in zijn geweest voor het controleren van inventaris, matrassen, bed covers, het brengen van nieuwe kussens en dekbedden etc. etc. We gaan op een gegeven moment ook aan ons zelf twijfelen; “zijn we hier nu geweest of niet?” Dus hup, weer naar binnen voor de zoveelste keer. Het worden lange dagen en veel, heel veel extra uren.
Mysterie
Als de gasten komen, krijgen we te maken met de mysterie van de verdwenen inventaris. Gasten die ons gaan vertellen dat ze bestek, borden en snijplanken missen in hun accommodaties. Mijn collega en ik begrijpen er niks van. We kunnen best wat over het hoofd zien, maar niet zoveel. We gaan aan elkaar twijfelen en gaan apart van elkaar de accommodaties weer in. De één controleert de ander. We vullen weer aan en verzekeren ons ervan dat alle inventaris er weer staat. Frappant aan het hele mysterie was, dat dit op 1 veldje allemaal gebeurde. Hadden we het op dag 1 aangevuld, op dag 2 was het weer verdwenen. Een andere collega heeft zelfs de bus van de werklui gecontroleerd om eventueel dit mysterie te ontrafelen. Je gaat hele rare dingen denken, als dit gebeurd. Sindsdien is dit niet meer voorgevallen….Hoe dan?
Grote Aantallen
In grote aantallen komen de Duitsers hun Pinkstervakantie vieren. Binnen no time zijn we volgeboekt. Mogen we weer de Duitse taal gaan spreken. Het wordt een verbastering van Nederlands/Duits. Als mijn collega aan een Duitse gast iets zegt; “das können Sie kriegen”, schiet ik hard in de lach. Ik zeg tegen haar; ‘krijgen’ is ‘bekommen’ in het Duits. De Duitse gast moest er ook om lachen en zei tegen ons; Sie sind Holländer, nicht wahr?”. “Ja wir sind Holländer”.
Ik zeg altijd dat er met het gros van de gasten prima mee te leven is, maar er zijn er ook altijd een aantal bij, waarvan je denkt; “nou toe maar weer,….”. Het is 06.00uur ’s ochtends als mijn collega’s uit hun bed worden gebeld door een Duits jong gezinnetje met de mededeling dat ze voor de campingpoort staan te wachten. Dan moet je net mijn collega hebben, die recht voor de raap is en tegen hun duidelijk maakt, om 06.00uur ’s ochtends, hoe ze in hun hoofd halen om zo vroeg te bellen, als ze zien dat de camping zelf ook nog niet eens open is. Dan wacht je gewoon even.
Er zijn ook gasten die hebben schijt aan alles. Als wij Italiaanse gasten duidelijk maken dat ze om 10.00 uur moeten uitchecken, dat betekent dan ook 10.00 uur uitchecken. En niet met 3 families die aan lange tafels om 11.00uur nog gezellig met elkaar aan het eten zijn. Ja, dan gaat mijn recht-voor-de-raap-collega er direct weer op af. Ik heb het tafereel wat heeft plaatsgevonden niet meegemaakt, maar ik kan me er nu wel een voorstelling van maken. Binnen 15 minuten stond alles weer op de plek en waren deze Italiaanse gasten vertrokken.
Het Vlakke Land Verlaten
Het campingleven is weer in volle gang, maar de tijd begint voor mij, eindelijk, te komen, dat ik dit vlakke land mag gaan verlaten. En ik zeg eindelijk, want ondanks het feit dat de klik om met elkaar zo te werken er zeker is, is dit gewoon niet mijn omgeving, niet mijn camping, niet mijn ding. Het werken in een klein team is mij zeker niet tegengevallen, want die samenwerking was echt wel goed. Het geeft ook wel nieuwe positieve inzichten, maar ook inzichten dat ik niet op zo’n manier werk, dan dat zij doen. Geef mij maar een kleinere camping, met veel minder accommodaties te beheren en waar je ook het gevoel hebt dat je dichter bij de gast bent. Dat mis ik hier enorm.
Wat ik niet ga missen is het vlakke land hier. Het is op haar manier wel mooi met flora en fauna en de zee. Maar 20 km moeten rijden voor de eerste, de beste grote supermarkt elke keer, heeft niet mijn voorkeur. Het leeft niet hier.
Ik mag binnenkort op weg naar het heuvel-bergachtige landschap van Umbrië. Daar is ook het water van het Trasimenomeer. Gewoon weer als Single Campinghost, op een kleinere camping, met mijn accommodaties en gewoon weer lekker mijn eigen ding kunnen doen. Dat past het beste bij me.
Een mooi vooruitzicht naar Camping Trasimeno. Het ziet er prima uit.
Gasten blijven dus hetzelfde leuke en minder leuke. Veel plezier bij de start en de rest van het seizoen. We zijn benieuwd!
Weer een mooi verhaal.
Veel plezier op je nieuwe adresje
Pingback: Goud, Zilver en Brons - > The Explorer <