Het besef was er nog niet, maar de dag van vertrek kwam wel steeds dichterbij. Onbewust pakte ik mijn koffers in, iets wat eigenlijk bewust moet gebeuren. Het lijkt er wel haast op dat het voor mij gewoon gaat worden om elk seizoen zowat een halfjaar weg te gaan. Mijn werk, ter overbrugging van de wintermaanden, speelde daar zeker ook een rol in. Te druk met coaching van medewerkers deed mij niet denken aan vertrek. Pas in mijn vakantieweek begint het toch te kriebelen. Afscheid wordt er weer genomen van vrienden. In het weekend wat daarop volgt, nog even met de familie gezellig gegeten. De volgende morgen na het ontbijt, geef ik mijn ouders nog een dikke knuffel en kus, ik stap in de auto, zwaai nog een keer en ga ik op weg voor mijn 5e seizoen als Campinghost in mijn 50e levensjaar. Waarom is dat besef dan wel duidelijk aanwezig?
Reisdagen
De eerste reisdag verloopt rustig. Ondanks dat het wel druk is op de weg, ben ik in de auto wat afwezig en voel ik me gelaten. Gedachten gaan terug naar vrienden en familie. Letterlijk en figuurlijk weinig muziek in de auto. De dag vordert en na de zoveelste plaspauze, word ik op een parkeerplaats door Duitse Turk vriendelijk aangesproken met de vraag of hij op de juiste weg zit richting Luxemburg. Ik ben voorbij Frankfurt, ik rij richting zuid, zuidwesten en alles in mij zegt me dat Luxemburg naar het oosten is. Nee meneer, u zit niet op de juiste weg. Na enigszins uitgelegd te hebben hoe hij moet rijden, vervolg ik mijn weg. De muziek gaat aan, zing heerlijk vals mee en ik voel me steeds beter te pas.
Na een heerlijke nacht in hetzelfde appartementenhotel waar ik vorig jaar ook in verbleef, stap ik vrolijk de auto weer in. Want op de 2e reisdag volgt de toeristische route door Oostenrijk. De eerste 60 km tot aan de grens nog even op de snelweg, maar na de grens gaat het al snel richting een B-weg. Het schiet voor geen meter op. Nog geen 80km per uur op de teller en met een vrachtwagen of een tractor voor je neus haal je nog geen 40km per uur. Maar dat deert me niet. Met prachtig mooi weer en besneeuwde bergtoppen is dit een fantastische mooie route over de Fernpas. Genieten heet dit!
De Fernpas gaat over in de Brennerpas of op zijn Italiaans: Passo del Brennero. Een bergpas door de Tiroler Alpen op de grens tussen Oostenrijk en Italië. Na ruim 200 km over deze snelweg gereden te hebben kom ik aan bij Camping Butterfly in Peschiera del Garda. Niet mijn eindbestemming, maar een bestemming waar eerst nog even getraind moet worden.
Training
Ik kan het wel waarderen zo’n training op locatie. Het is weer eens wat anders dan een ‘zoommeeting’. Het is nooit verkeerd om weer even op te frissen, ondanks het feit dat ik de klappen van de zweep inmiddels wel ken. Het is een leuke groep mensen bij elkaar, verhalen, ervaringen worden gedeeld en er wordt uiteraard ook veel gelachen. Na anderhalf dag van training werden wij losgelaten om te vertrekken naar onze eigen camping.
Warm welkom
Hartverwarmend was het welkom toen ik na amper 3 kwartier rijden Camping Weekend weer op kwam rijden. “Hey, you are back”, word ik lachend begroet. Erg leuk om zo weer terug te mogen komen. Vele oude bekende gezichten, maar zeker ook veel nieuwe. Er is ook e.e.a. wat veranderd; mijn receptie is verdwenen, dus het uitzicht ook. Daarvoor in de plaats komt een kleine tiny house receptie voor terug. Mijn leefacco is verder naar achteren geplaatst en heb ik dit seizoen geen 52 maar 46 accommodaties te beheren.
Terwijl ik wachtende ben op de sleutel van mijn leefacco komt mijn schoonmaakteam aangewandeld om mij ook even weer welkom te heten. Lachend word ik ook door hun weer bijgepraat. Ze praten weer in snel Italiaans met hier en daar wat Engels ertussendoor en als ze vragen of ik het allemaal begrijp, zeg ik heel stoer: “Parlo un po’ di italiano, ma no capisco tutto” (ik spreek een klein beetje Italiaans, maar ik begrijp niet alles). Ze vallen stil van verbazing en tegelijkertijd al klappend, “bene, bene, stai studiando italiano”(goed, goed, jij bent Italiaans aan het leren). Ze waarderen het, dat ik hun taal probeer te spreken en te begrijpen. Het zal verder weer veel Google Translate worden dit seizoen, maar het belangrijkste is, dat wij steeds meer elkaar gaan begrijpen. Leuk om ze weer te zien.
Eerste werkdag
De eerste echte werkdag verloopt niet echt soepeltjes. ’s Morgens nog wat rustig aan gedaan, totdat mijn leidinggevende en ik een welles/nietes spelletje gingen spelen. Hij zei “wel” en ik zei “niet”. En niet 1x, nee tig keer achter elkaar. We hebben nooit woorden, we kunnen prima met elkaar, maar nu leken we wel een getrouwd stelletje wat ruzie hadden. Uiteraard is het allemaal wel weer goed gekomen.
Er staat ook weer een golfkarretje voor mijn deur. Niet 1, maar 2. Eentje is dit seizoen voor de schoonmaak. Mijn golfkarretje en ik, zijn nog niet de beste vriendjes dit keer. Het lijkt wel een XL-model, waarbij ik met enige moeite bij de pedalen kan. Een recht pad of omhooggaan gaat op zich nog wel, maar naar beneden en door een bocht, dan hou ik mijn hart vast. Ik zeilde al zowat op 2 wielen door de bocht. Geloof me, dat is geen pretje. Ik ga het maar even aankaarten.
De eerste week zit er al zowat weer op. Doe ik mijn ding wel weer, voel ik me weer welkom op de camping, maak ik de accommodaties weer gereed, doe ik hier en daar kleine klusjes, laat ik de sleutel van de golfkar door de gleuf van de veranda vallen, breng enige structuur in de storetenten, geniet ik weer van het uitzicht, geniet ik even iets minder van mijn golfkarretje, maar wel van het Gardameer en al het leven daarop.
Ja hoor, ik ben er weer….