Zondagmiddag. Ik bel met mijn Nederlandse collega van de Front Office in Frankrijk. Ik zeg mijn naam en camping en vervolgens blijft het heel stil aan de andere kant van de lijn. “Hallo?”, zeg ik. “Ja hallo, ben je terug?”, vraagt ze verbaast. Ik zeg: “hoezo?”. “Wij hebben hier doorgekregen, dat jij gestopt was met het werk en wij hebben je van de lijst gehaald”. “Van de lijst gehaald?”, vraag ik lachend. “Nou, dat is fraai, ik ben even een klein weekje ertussenuit vanwege familie omstandigheden en ik word er zo eruit gebonjourd, nou lekker dan”. We lachen erom. “Ik ben gewoon weer terug hoor”, vertel ik haar. “Wij waren ook allemaal erg verbaast dat jij gestopt zou zijn, maar ik zet je weer op de lijst!”, zegt ze me.
Moe
Ik vertel verder de reden waarom ik bel, ze kijkt in het systeem na en maakt het gereed voor me. We kletsen daarna nog even door. Het is rustig op de zondagmiddag. Mijn collega vraagt hoe het met mij gaat, of ik het nog volhou. “Het zijn de laatste loodjes”, vertel ik haar. Ik vertel haar, waarom ik even naar huis ben gegaan en dat het nu wel enigszins dubbel gevoel geeft om terug te zijn. “Het werk op zichzelf, dat gaat nog prima, ik doe mijn ding wel. Ik begin wel moe te worden, maar dat mag ook, denk ik dan”. “Ergens ben ik mijn verdriet nog aan het verwerken, maar tegelijkertijd moet ik weer die glimlach opzetten tegen de gast, dat geeft een heel dubbel gevoel. Het gros van de gasten is prima en gezellig, maar ja, er zijn ook gasten bij, die zeuren om te zeuren”.
“Als ik goed moe begint te worden, zoals nu, dan wordt mijn lontje korter, word ik stiller, zeg ik niet zoveel meer en ik vind het allemaal wel best. Als er dan zo’n gast bij mijn receptie staat, dan zeg ik braaf ‘ja en amen’, maar ondertussen denk ik: ‘mens, ga vakantie vieren, er zijn ergere dingen op de wereld’”. “Toerist moe”, zegt mijn collega aan de andere kant van de lijn. “Heel herkenbaar en begrijpelijk, hoor Marrit, dat had ik vroeger ook. “Het werk is nog prima, maar die gasten soms he”. “Ja”, zeg ik lachend, “die gasten soms”…
Op de valreep van het gesprek stuurt ze me nog even het bestand toe van de aankomsten voor de komende weken. Ik zei nog, “ik wil het niet weten”. Toch gestuurd. We lachen erom. Ik heb gekeken, ik heb het weggedrukt, ik wil het inderdaad niet weten….Het wordt vanzelf eind september.
35 jaar
Net nadat ik weer terug gekeerd was uit Nederland, bestaat de camping 35 jaar. Feest op de camping. Dat is heel raar als je net een begrafenis achter de rug hebt. En hoe cliché en moeilijk het ook is, we weten het allemaal; het leven gaat door. Met dus feest op de camping.
En goed uitgepakt hebben ze. Een band over laten vliegen vanuit Nederland, die het feest zeker gemaakt hebben. Ik sta samen met mijn Engelse collega van die andere touroperator hier op de camping, op de dansvloer. Omdat er zoveel Nederlandse gasten zijn, wordt er veel Nederlandstalige nummers gespeeld. Zo ook die van Snollebollekes. Al die Nederlanders, ook ik, allemaal naar Links, allemaal naar Rechts. Die Engelse collega, die keek haar ogen uit. Je zag haar denken: “wat zijn dat nu voor domme Hollanders?”….Ik heb het haar niet uitgelegd, we hebben er wel hartelijk om gelachen.
Leven gaat door
En zo gaat het leven door op de camping. Gasten komen, gasten gaan. Met de één heb je leuk en gezellig contact, en de ander ziet je compleet niet staan. Het zijn net mensen. Ik vind het prima. Ik merk dit seizoen sterk, dat ik er anders in sta dan verleden jaar. Geen extra energie meer ergens insteken als ik het toch niet kan veranderen. Loslaten, geloof ik dat zoiets heet. Het maakt mij rustiger en meer ontspannen. Nog niet altijd hoor, ik heb ook nog wel hart op de tong.
Het is laat in de middag, begin van de avond als mijn leidinggevende nog even de camping op komt rijden. We raken aardig aan de klets, hij over zijn dag, ik over de mijne. We lopen even de camping over en hij constateert iets en kijkt mij aan. Ik kijk lachend terug, want ik weet wat hij gaat zeggen. “Jij luistert nooit naar me” zegt ie lachend. “Nee, dat zie je verkeerd”, zeg ik. “Op het moment dat jij mij iets zegt om te doen of te wijzigen, dan moet dat eerst landen bij mij. En dan bedenk ik me of ik er mee eens ben of niet en na een paar dagen tot een week, voer ik het dan uiteindelijk toch uit”, zeg ik hem lachend. We lachen erom.
“We kunnen de rollen ook even omdraaien”, zeg ik hem. Jij vergeet altijd alles. Ik heb in april/mei al om dingen gevraagd, die ik nu nog steeds niet heb en we zitten nu zowat in september. Nu hoeft het niet meer”, lach ik hem toe. Hij kijkt mij vragend aan. Ik zeg, “iets met een andere regenjas en lange broek?” “We hebben beide onze tekortkomingen”, zegt hij lachend. “Het gaat er toch om dat het lekker draait op de camping, dan is het vergeten van iets, of maar half luisteren toch maar bijzaak”, vertel ik hem. Wij kijken elkaar aan en we lachen erom.
Ondanks dat ik wel of niet luister naar mijn leidinggevende, ben ik wel het luisterend oor voor de camping receptie stagiaires. Allemaal uit Nederland en in de leeftijd van 18, 19 of 20 jaar oud. Dus ja, er zit een behoorlijk gat tussen qua leeftijd. En ze blijven me nog steeds “U” noemen. Ik kan daar wel om lachen. Ze komen gewoon even voor een praatje, of ze willen even hun ei kwijt over de Italiaanse werkwijze, dat ze dat niet zo gewend zijn. “Vertel het maar aan Oma”, zeg ik dan. Dan lachen we er samen om.
Vakantie in zicht
En zo komt er langzamerhand het einde van dit seizoen in zicht. Mijn vakantie komt ook dichterbij. En hoewel ik het gevoel heb, dat ik een prima seizoen draai, kijk ik enorm uit naar mijn eigen vakantie. Even alleen, hoog in de bergen, ergens in de Dolomieten, alles laten bezinken, zonder gasten maar met koeien om mij heen. Ik bedenk me nu, dat dat eigenlijk helemaal geen goede combinatie is, ik en koeien. Ik ben er doodsbang voor. Zolang ze achter een hek staan, prima. Maar zodra ik ze tegenkom op een wandelpad en ik moet ze passeren, nou dan breekt het angstzweet me uit.
Ja, lach er maar om….
Geweldig geschreven en trots op je. Vooral je doorzettingsvermogen dit jaar. Topper. Ene na dit seizoen kan je die koeien wel aan hoor. Grt bianca. Norcenni italie
Wat een prachtig geschreven verhaal Marrit. En wat een doorzettings vermogen. Maar dat je een bikkel bent, dat wisten we al. We hebben Neil ook weer ontmoet op de camping, en hij hoopt jou weer te kunnen ontmoeten als het vakantie seizoen voorbij is. Met ons alles goed, en al weer plannen gemaakt om naar Portugal te gaan. Veel lieve groetjes van ons, en hopelijk een keer tot ziens. XXX Ine en Jan Driedonks.
Mooi verhaal, Marrit. Je schrijft altijd lekker vlot over verdrietige en leuke dingen. Ik geniet altijd weer van je verhalen