Dagen verstrijken en het maatje blijft gemist, maar langzamerhand komt hier bij mij alles op orde. De administratie, de receptietent en mijn eigen “huisje”. De opbouw van de tenten gaat gestaag door. Elke dag een tent, precies volgens schema. Ik ben er trots op. Toch gaat dat niet altijd van het leien dakje. In elke tent is er wel ‘wat’. Zo heeft elke tent een rode kist met maar 3 tafelpoten. “Waar is die 4e dan?” Elke keer kom ik dit tegen en elke keer moet ik erom lachen. Er kunnen makkelijk 4 tafelpoten in de kist. “hoe dan?”, denk ik dan. Het is best prettig dat de binnententen er nu in hangen. Het zou dan ook niet meer dan handig zijn als ik dan als eerste de bed frames in die binnententen kan zetten. “Waarom liggen juist nu de bed frames compleet onderop de stapel?” Als ik dan eindelijk de stapel aan matrassen, klein spul en het zware keukenblok heb verwijderd en eindelijk de bed frames kan pakken, komt het volgende probleem om de hoek kijken. Er zijn verschillende maten aan bedpoten in omloop en u raadt het al, naast de matrassen-soap is er nu ook sprake van de bedpoten-soap. Weer alle tenten langs om op zoek te gaan naar de juiste maat aan bedpoten. Zo zijn er wel meer zaken die ik in mijn tenten per dag tegenkom en komt er dagelijks veel gemopper en gevloek uit de tenten. Blijkbaar wordt mijn stresslevel dit seizoen getest of zo. De logica van dit alles ontgaat mij hierin volledig, maar langzaamaan word ik er immuun voor en dan doe ik maar mijn muziek in de oren en sta ik te zingen en te dansen in die tenten. Aan het einde van de dag is er weer een tent klaar en is daar toch weer het voldane gevoel.
De ene dag is de andere dag nog niet. De ene tent gaat “snel” en de andere tent kost mij soms extra uren werk. En juist in die tenten die voor mijn gevoel extra uren werk kosten, is het in mijn koppie meestal down. Veel gedachten spoken door mijn hoofd en kan ik het positieve er even niet meer van inzien. Op zulke momenten mis ik wel iemand. Ik wist dat juist in de opbouwfase deze momenten zouden komen. Niks ten nadele van mijn nieuwe ITM, en dat weet ze inmiddels ook wel, maar op zulke momenten mis ik wel even mijn oude ITM. Ik weet dat ze een fantastische mooie baan weer heeft gevonden, het campingleven een leuk uitstapje was, maar dat ze nu weer terug is in de baan die compleet haar is. Dat is mooi en ben ik blij voor haar en zeker ook wel met enige trots. Maar juist dit seizoen had ik haar willen laten zien wat ik in het eerste seizoen geleerd heb en hier naartoe heb meegenomen, haar willen laten zien hoe de tenten er nu bij staan, hoe ik en wie ik nu ben op deze camping en hoe ik haar gouden tip: “blijf goed nadenken op die camping” elke dag in mijn hoofd prent. Ik weet dat ze mij “volgt” en dat ze mijn blogs leest, maar toch kan ik het niet helpen als ik bezig ben in een “extra uren tent”, dat mijn gedachten afdwalen, mijn koppie down is en de tranen dichtbij, dat ik dan weleens denk, “potverdomme meid, nu had je even hier moeten zijn”.
Eind mei krijg ik opeens een vriendschap verzoek via FB binnen. Een oud-collega van Vacansoleil. Verrassend, deze had ik niet aan zien komen. Leuk om te lezen dat die persoon ook mijn blogs leest en zodanig volgt. Alleen al om enigszins op de hoogte te blijven, want eerlijk gezegd mist ze de ex-werkgever en de campings wel een beetje. Kantoorwerk weer ingeruild voor het werken op een camping, ik kan mij er alles bij voorstellen dat zij ook weer helemaal op haar plek is. Ik heb haar nog wel voorgesteld dat men nog wel een ITM zoekt, ik heb er nog geen reactie op terug ontvangen. Het heeft wellicht zo moeten zijn; het vriendschap verzoek, want was zij juist niet diegene die vorig seizoen tegen mij zei: “Marrit het is of/of én niet en/en”. “Als je zo doorgaat, dan ben je opgebrand in het hoogseizoen”. Is het dan voor dit seizoen ‘toeval’, dat ik juist die uitspraak van haar op een Delfts blauw tegeltje heb laten drukken, zodat ik elke dag mijzelf in bescherming neem dat ik netjes aan mijn uren blijf houden? Ik vind het een bijzonder gegeven.
Nadat ik al een paar keer via appjes en telefoontjes kennis had gemaakt met mijn nieuwe ITM, hebben we elkaar inmiddels in levende lijve ook gezien. Daar kwam ze aangereden in haar anonieme blauwe bus. Beetje jammer vind ik het wel, ik vond het wel wat hebben zo’n Vacansoleil bus vorig jaar naast mijn receptietent. Straalde wel eenheid uit. Dat mis ik nu. Maar goed, daar kwam ze aangereden. Waar eerst de afspraak op ’s morgens stond, toen rond 14.00 uur, kwam ze pas tegen 17.15 uur de camping op rijden. Het is haar vergeven. Samen rijden we de camping rond om de voorraad weg te brengen. Als ze voorstelt om al mijn gastanks bij de tenten neer te zetten, zeg ik stoer “nee joh, ben je gek, dat doe ik zelf wel met de auto”….Achteraf gezien had ik toch “ja graag” moeten zeggen….Ik en mijn grote mond ook. Als we ’s avonds bij het restaurant een hapje zitten te eten leren wij elkaar een beetje beter kennen. Ik dacht altijd dat ik een snelle eter was, maar inmiddels moet ik mijn meerdere erkennen in mijn nieuwe ITM. Heerlijke Bourgondiër. Als de campingbeheerster haar ook nog gaat vertellen dat woensdagavond de “Pizza-avond” is, wordt ze helemaal blij. Zegt ze doodleuk “ik ga in mijn planning daarmee rekening houden, ik kom daar graag en zeker voor terug”. Ik kijk haar aan en zeg: “Hallo, je moet voor mij, de campinghost terugkomen, niet voor die pizza, dat is ook wat, beetje jammer dit”…..De toon is gezet, met de humor tussen ons zit het wel goed. Met de samenwerking ook. Ik vind het wel mooi hoe iemand die er even tussenuit is geweest, weer terugkomt in haar vak en haar weg weer begint te vinden. Het is altijd weer even erin komen, niet alleen voor de ITM maar ook voor de Campinghost. Het is mooi om te zien hoe iemand haar passie en liefde voor het campingleven weer terugvind. In veel kan er overlegd worden of ze is even een luisterend oor voor me. In beide gevallen vind ik het wel belangrijk dat zij voor de campinghost er is en niet voor die pizza.
Tuurlijk zijn er meer mensen die belangrijk zijn om het werk als Campinghost goed uit te kunnen voeren. Ook die verdienen zeker een pluim. Maar in dit blog en in deze fase van mijn werk wil ik juist die personen een “ode aan” geven, omdat zij mij inzicht geven en hebben gegeven in het campingwerk en waarvan ik heb geleerd en nog van kan leren. Dat ging en gaat met een lach, maar zeker ook af en toe met een traan.