“Gaat het?” Ik schrik op uit mijn gedachten. Ik zit bij de receptie, in de schaduw te wachten op mijn nieuwe gasten. Het is de stagiair van de campingreceptie die mij deze vraag stelt. “Ik was diep verzonken in mijn gedachten”, zeg ik tegen hem. “Ik zag het”, zegt hij lachend. “Als het maar mooie gedachten waren”, schreeuwt hij nog voordat ie met een golfkarretje wegrijdt om een gast naar zijn accommodatie te begeleiden. Glimlachend kijk ik hem na. Mooie gedachten? Ja.
Ik kan nog steeds stralen als ik over campingwerk praat. Het maakt mij nog steeds blij, als ik een buitenlands avontuur aan mag gaan voor mijn werkgever. Ergens 5 a 6 maanden vertoeven, waar een vakantieganger maar 2 a 3 weken is. Er is een keerzijde, zoals in mijn vorige blog is vermeld, maar ik merk nog wel steeds dat er nog veel passie en liefde is voor het werk.
De volgende dag is het weer vroeg dag. De dames van de schoonmaak zijn met hun golfkarretje weer vertrokken naar de eerste accommodatie om schoon te maken. Ik wandel op mijn gemak naar de 1e uitchecker van die ochtend. Het is 07.45u, als ik langs een accommodatie loop, waar een vader zijn dochtertje eten geeft. “Zo, goedemorgen, jij bent er weer vroeg bij. Ik zag je gisteravond na negenen ook nog hier op de camping aan het werk”, zegt diezelfde vader. “Ja, goedemorgen, tja onderdeel van het werk, het hoort erbij, maar dat ik nu echt wakker ben, nou nee”, zeg ik hem lachend. Ik wens hem een fijne dag en wandel verder naar beneden. En terwijl ik dat doe besef ik dat mijn werktijden al 5 jaar lang de rode draad is in dit werk. Waarschijnlijk gaat dat ook niet meer veranderen.
Het is echter niet meer zo extreem als in mijn eerste seizoen. Elke twee weken een rapportage indienen met een tijdregistratie. Ik kan me nog herinneren dat ik in de 1e en 2e week, respectievelijk 70 en 60 uur had doorgegeven. Het duurde niet heel lang voordat ik een afdeling van het bedrijf uit Eindhoven op mijn dak kreeg. Dat was toch niet echt de bedoeling van dit werk. Sinds kort hou ik voor mezelf weer een tijdregistratie bij. Het is niet meer zo extreem als toen, maar dat het nog steeds meer is dan mijn contracturen, ja dat wel. Waarschijnlijk dat daarom de siësta in de vrije middagen steeds vaker voorkomt bij mij. Flexibiliteit is het toverwoord in dit vak, voor mij blijft het gewoon liefde voor het werk.
Dat liefde voor het werk meer werk bij mij met zich meebrengt dan wat in mijn taakomschrijving staat beschreven, neem ik maar even op de koop toe. Ik noem het maar dienstverlenend en gastvrijheid. Of mijn leidinggevende en werkgever er ook zo over denken, geen flauw idee.
Menselijkheid
In mijn eerste jaar als Campinghost kan ik me herinneren, dat ik een gast ’s avonds naar het ziekenhuis had gebracht, daar de halve nacht bij de gast was gebleven, half 4 in de ochtend pas in mijn bed lag en om 8 uur ’s morgens mijn eerste uitcheck weer had. Mijn toenmalige leidinggevende zei tegen mij dat, dat niet mijn taak was, dat de gast gewoon een taxi had moeten bellen. Ik legde uit, dat de man ziek was en niet de auto van mij in mocht stappen, de vrouw durfde de berg niet af in het donker, de campingeigenaar had al alcohol genuttigd, de ambulance kwam er niet voor en ja, dan blijft er maar 1 iemand over en dat was ik. Dan nog had ik de taxi moeten bellen. Waarop ik antwoorde: “er bestaat ook nog iets als menselijkheid”…
Dit voorval van toen, kwam onlangs ook hier weer bovendrijven, toen een huilende vrouwelijke gast bij mij receptie kwam en het verhaal deed dat hun auto kapot was en ergens in Salo stond geparkeerd, wachtende op de sleepdienst. De auto hadden ze daar de avond ervoor achtergelaten en behulpzame Italianen hadden hun weer terug naar de camping gebracht. Nu belde de man van de vrouw, met de Nederlandse hulpdienst en moest hij naar zijn auto gebracht worden. Ze was naar de campingreceptie geweest en die hadden haar maar verteld dat ze een taxi moesten bellen. Toen kwam ze bij mij met dit verhaal en ik hoorde het woord “taxi” en toen dacht ik “nee, er bestaat ook nog iets als menselijkheid”. De receptie gesloten, de auto gepakt en de man naar zijn verlaten voertuig teruggebracht, waar hij ging wachten op de sleepdienst. Ik ben nog geen 20 minuten weggeweest.
Rust versus gevaar
Wat ik dit seizoen sterk merk bij mijzelf, is dat alle facetten van 5 seizoenen bijeenkomen. De 1e twee seizoenen was vallen en opstaan. En in die twee seizoenen kwam ik mezelf gigantisch tegen. In het 3e seizoen ontmoette ik mijzelf en begon ik te erkennen wie ik als mens ben en kan ik nu veel makkelijker dingen loslaten. En hoewel dat ik dacht dat ik nu alles wel gezien had, kwam het vierde seizoen. Achteraf gezien te naïef ingestapt, waardoor het niet het seizoen werd, wat ik er van verwacht had. En nu in het 5e seizoen lijkt het wel of ik rustiger ben geworden.
Het gevaar van 5 jaar single Campinghost zijn, is dat je een compleet eigen manier van werken opbouwt. Ik ken de regels van mijn werkgever, ik hou ze heus wel in acht. Alleen het betekent niet dat ik er altijd mee eens ben. Ik ken mijn zwaktes inmiddels wel. Niet goed tegen kritiek kunnen, hart op de tong hebben, af en toe tikkeltje ongeduldig en ik wil mijn eigen ding kunnen doen. Of dat laatste een zwakte is vraag ik me even af.
Enkele winters geleden, werkte ik voor een scholengemeenschap in het archief. Aan het einde van die periode, had ik een gesprek met de teamleider en die zei mij het volgende. “Jij moet een vrije rol hebben in je werk, de vrijheid hebben om je eigen ding te doen. Jij bepaalt wat er gebeurd. Er is niemand hier op de afdeling die durft om nu iets aan het archief te gaan veranderen, want jij bepaalt en jij accepteert dat niet. Dat ik, als teamleider jou aan- en bijstuur, dat accepteer je. Die back-up heb jij nodig. Maar voor de rest moet jij werken in een vrije rol en je eigen toko kunnen runnen. Dat is, volgens mij, op een camping niet anders”.
Ze sprak de waarheid. En het gekke is dat nu in dit vijfde seizoen die woorden steeds vaker boven komen drijven. Kom niet aan mijn toko. Back-up prima, maar kom niet aan mijn toko. Misschien is het dan ook niet zo gek, dat mijn droom ook steeds vaker naar boven komt drijven.
Droom
Dat die droom niet meer zo idyllisch is als het toen was, met de klappen van de zweep die ik nu inmiddels ken, is duidelijk. Maar het zit er nog steeds, mijn eigen camping. Het plan is er, in mijn hoofd. Ik weet precies hoe ik het wil hebben; ergens in de natuur, met water in de buurt, eventueel met bergen, lap grond, met verhuuraccommodaties in de vorm van safaritenten en campingpods, duurzaam, een jeu-de-boule baan en een mooie plek om gedegen Campinghost te kunnen opleiden. Want ze worden schaars; een goeie Campinghost. Er is echter 1 probleem; ik durf simpelweg de stap niet te maken.
Wat zou ik anders willen doen, daar denk ik de laatste tijd wel eens over na. Ik weet het gewoonweg nog niet. Ondertussen blijf ik maar genieten van de camping, van mijn werk, van de gasten, van de heerlijke kinderverhalen, van de honden in de ‘DOG house’, elke dag buiten zijn, het buitenlands avontuur, de vrije rol, de vrijheid, en mijn eigen toko voor de baas runnen.
Dat is mijn liefde voor het werk.
Beste Marrit,
Ik hoop dat je je droom na durft te streven. Wij gaan dan zeker een van je gasten zijn.
Go for it girl
Doe wat voor jou goed voelt Marrit! Ook al ben je er nu nog niet uit.
Ik hoop wel dat je jouw droom waar kan maken waar dat ook is.
Ik geniet van jouw verhalen, succes met je werk!
Ik zie het je nog wel een keer doen! Maar wacht niet te lang! Trots op je hoor
Medemenselijkheid is jou ( gelukkig) niet vreemd, alleen jammer dat het dan van 1 kant komt…
Maar blijf vast houden aan je idealen!
Wens je mooie ( van binnen), lieve gasten toe!
Doen!!!!!!!!!!!!!
Je hebt destijds ook de stap durven nemen om van een strak georganiseerd leven in dit vrije vak te stappen. Dus lef heb je! Je kan het!
Je hebt destijds ook de stap durven nemen om van een strak georganiseerd leven in dit vrije vak te stappen. Dus lef heb je! Je kan het!