Gasten. Ik kan er mee lezen of schrijven, de grootste lol mee hebben, of ik kan ze achter het behang plakken en tel ik de dagen af tot ze weer gaan. De grootste lol hebben of achter het behang plakken, de glimlach op mijn gezicht en de vriendelijkheid zal toch moeten blijven staan, hoewel dat soms in het laatste geval wel eens lastig is. Was het vorig seizoen allemaal nieuw en wist ik nog niet zo goed hoe ik ging reageren op gasten die ietwat ‘vervelend’ waren, dit seizoen staat haast de automatische piloot aan en worden bepaalde gastensituaties gezien als feest van herkenning.
Het is een heel mooie service dat Vacansoleil voor haar gasten heeft; elke dag kunnen aankomen en vertrekken. Niet gebonden zitten aan een vaste ‘wisseldag’. Voor mij als campinghost is dat soms best wel eens een crime voor de planning. Net op het moment dat ik de planning rond heb, wetende dat ik eigenlijk nog 1 tent “open” heb staan, maar in mijn planning deze al wel heb vastgezet om die twee vrienden naast elkaar te kunnen plaatsen, zul je net zien dat op het laatste moment een last minute binnenkomt. Weg planning. Na 3 pogingen om dat vriendenstel naast elkaar te kunnen plaatsen, krijg ik het niet meer voor elkaar. Ik bel Vacansoleil Sales in Eindhoven en leg de situatie uit. “Als er bepaalde preferenties zijn die niet uitgevoerd kunnen worden, dan klets ik me daar wel uit”, vertel ik ze. “Maar vriendengroepen niet naast elkaar kunnen plaatsen, vind ik wel even een dingetje, willen jullie zo vriendelijk zijn om deze mensen te bellen en vertellen dat de preferentie niet gaat lukken?” “Ga we doen Marrit, geen probleem”, krijg ik als antwoord. Of het de normaalste zaak van de wereld is. Ik krijg later nog een reactie terug dat het geregeld is, de gasten gaan ermee akkoord. Gaan ze er echt wel mee akkoord? Ik merk het op de dag van aankomst.
Er zitten twee gezinnen aan de tafel bij mijn receptietent als ik aan kom lopen. Ik wist meteen, dat dit de “bewuste vriendenstellen” waren. Ik heb het al snel in de gaten, met het ene gezin kan ik lezen en schrijven, met het andere gezin kan ik ze direct achter het behang plakken. Ik heet ze welkom, doe mijn praatje, doe de administratie en ik ga ze vertellen op welke plekken ze staan. Het gezin, van achter het behang, kijkt direct op de plattegrond en zegt wat nors “hmm, dat is niet echt dichtbij elkaar in de buurt”. “Dat valt wel mee hoor, mevrouw”, zeg ik haar. “Er zijn geen andere plekken vrij?”. “Nee mevrouw, daar bent u over gebeld, ik zit voor de rest helemaal vol, ik heb geen andere plekken vrij”. “Hmm, ik ben er niet blij mee”. “Ach joh, maak je niet zo druk”, zegt de vriend van het andere gezin. “Volgens mij, valt het best wel mee, hoe we staan”. Ik breng mijn gasten altijd naar de plekken toe. Aangezien dit twee gezinnen zijn, kan ik mij niet in tweeën splitsen en ga ik eerst met het gezin mee welke ik achter het behang kan plakken. Bij de tent aangekomen, krijg ik een positieve reactie dat ze de plek toch wel leuk vinden. Nog geen 10 seconden later, direct een sneer eroverheen: “wij kunnen vanaf deze plek onze vrienden niet zien”. “Nee mevrouw, dan moet u even het heuveltje over en dan ziet u uw vrienden staan of er even omheen lopen”. “Komt er eerdaags dan niet een tent vrij, waarbij wij dan toch wat dichterbij hun staan”, vraag ze me. Even val ik stil. De radertjes in mijn brein zijn van slag. Oké, hoor ik dit nu goed? Ik geef als antwoord dat dat niet gaat gebeuren. “Nou, ik blijf het jammer vinden dat wij niet naast onze vrienden staan”. Op dit punt word ik het een beetje zat en zeg ik heel diplomatiek: “Mevrouw, ik begrijp goed dat u het jammer vindt, mijn excuses daarvoor, maar ik wil u er wel op wijzen dat u hierover gebeld bent door Vacansoleil en dat u ermee akkoord bent gegaan, dat u niet naast uw vrienden kon staan”. Ik kijk haar aan en ik heb haar eindelijk stil. Ik leg ze nog e.e.a. uit over de tent en ik wens ze een fijne vakantie toe.
Vervolgens loop ik nog even naar hun vrienden toe. Ik word daar compleet anders ontvangen. “Mooie plek hoor, leuk, fantastisch, lekker ruim en veel schaduw, nee echt mooi en dat valt reuze mee hoor die afstand, gewoon even dat heuveltje over”. Ik begin te glimlachen, het is net of die man mij net gehoord heeft aan de andere kant van dat heuveltje.
Preferenties zijn ook altijd niet even prettig. Ik probeer er zoveel mogelijk rekening mee te houden, soms lukt het, soms lukt het niet. En als het dan net niet lukt, dan beginnen de gasten te sputteren. Ik leg ze, net als vorig seizoen uit, dat een preferentie geen garantie biedt. Het is het verwachtingspatroon wat de gast zichzelf hoog op legt. “Ach het zal wel goedkomen met mijn preferentie”…nee dus. En komt het niet goed, dan gaan ze het over een andere boeg gooien: “ik heb Vacansoleil nog gebeld hierover, en die zeiden dat het wel goed ging komen”. Ja jongens, daar trap ik niet in. Want ik weet heel goed dat mijn collega’s daar in Eindhoven dat nooit zullen zeggen. Ik geloof zelfs dat veel collega’s niet eens weten hoe deze camping live eruitziet.
Er zijn gasten die geven zoveel preferenties op dat ik denk: waarom in hemelsnaam? Bij aankomst van een gast vertelt deze mij dat hij alles maar aanklikt, want er zal heus wel aan eentje voldaan worden. “Ik breng u naar de plek en ik hoor graag u reactie erover”, zeg ik hem glimlachend. Bij de plek aangekomen de volgende reactie van de gast: “wow wat een plek joh, gaaf”. “Wat waren mijn preferenties ook al weer?”, vraagt hij mij. “Ik zal het u zeggen: niet dichtbij de entree, niet dichtbij de wc, niet dichtbij bar/restaurant, niet dichtbij zwembad en met zon”. Ik hou mij stil en kijk hem lachend aan. “Wow, aan alles is voldaan, te gek joh”, zegt hij stralend. “Kijk, dat wilde ik even horen, ik wens jullie een hele fijne vakantie”.
Vorig seizoen had ik er maar een paar van, maar dit seizoen is het echt compleet raak; gasten die gewoon een dag te laat komen. En dat zelf soms niet in de gaten hebben, dat ze een dag “te laat” zijn. Heel bijzonder. Gasten hebben totaal niet in de gaten wat er bij komt kijken als ze op de dag van aankomst niet arriveren. Ik leg ’s avond bij de receptietent dan altijd een plattegrond neer met de aangewezen plek en een notitie voor de gast. Vervolgens doe ik bij de aangewezen tent de buitenlamp aan. Als ik merk dat de volgende dag deze gast nog niet is gearriveerd, neem ik contact op met Vacansoleil in Eindhoven en vraag ik hun of zij contact kunnen leggen met de gast. Dat komt er allemaal bij kijken als de gast niet op de dag van aankomst arriveert. Daar heeft de gast helemaal geen weet van. Het is, net als vorig seizoen, zodra gasten van huis gaan, de koffers hebben ingepakt, laten ze hun verstand thuis. Een gast komt een dag later aan. Ik heet ze welkom en vraag ik ze waarom ze een dag te laat zijn. “Te laat?”, zegt ze. “Nee hoor, wij zouden vandaag aankomen”. Ik zeg, “nou, volgens mijn boekingslijst zouden jullie gisteren, 4 augustus aankomen, kijk maar”. Ze kijkt en verbazing alom. Ik zeg, “wat staat erop uw voucher”. Ze kijkt op haar voucher, “4 augustus”. Ik zeg, “ja, het is vandaag 5 augustus”. Complete stilte. En dan valt eindelijk het kwartje…”Oooh, zegt ze tegen haar man, we zijn gewoon een dag te laat van huis vertrokken, nou ja zeg, wat dom”. “Ik heb compleet niet meer in de papieren gekeken”. “Sorry hoor, jeetje wat dom zeg”. Ik zeg, “nou ja, jullie zijn nu veilig aangekomen, dat is het belangrijkste, laten we maar gaan inchecken”.
Gasten. Ik kan er mee lezen of schrijven, de grootste lol mee hebben, of ik kan ze achter het behang plakken en tel ik de dagen af tot ze weer gaan. Of het nu gaat over de zoveelste kapotte lamp, stoel, de wasrekken zijn dit seizoen ook erg in trek, gasten die te laat zijn en “klagende gasten” over plekken en preferenties, het blijft allemaal een feest van herkenning. Nu mijn gasten inmiddels allemaal weer zijn vertrokken, is de stilte terug op de camping. (wat ik overigens ook wel kan waarderen nu). En staat de volgende feest van herkenning op het programma; de afbouw van 26 tenten.
Het is en blijft een mooi vak, campinghost mogen zijn.