“Goedemorgen Marrit, mag ik je wat vragen?” “Goedemorgen” en tuurlijk”, zeg ik. Een man van achter in de 50 komt naar mijn receptietent gelopen met zijn vrouw in zijn kielzog. “Heb je voor mij nog meer houten blokken?”, vraagt hij mij. “Lig je scheef dan?” “Ja, ik rol naar mijn vrouw toe”. Ik zeg, “dat kan best gezellig zijn, toch?” “Nee Marrit, na 45 jaar is dat niet meer gezellig. Dat geplak en gedonder doen we niet meer”. Ik schiet in de lach. “Oké, ik heb het beeld nu”, zeg ik hem en ik geef hun een paar extra blokken mee. Altijd fijn om de bedgeheimen van je gasten te leren kennen.
Het genieten van de grote en kleine gasten is weer begonnen. Niet alleen van mijn gasten, maar ook gewoon van de gasten van de camping zelf. Een jong koppeltje staan in mijn receptietent te kijken, als ik kom aanlopen en ik vraag of ik ze ergens mee kan helpen. “Kunt gij ons iets vertellen over de omgeving en wat er allemaal te doen is voor ons en onze 2 snottekes”. Ik kijk hem aan en schiet enigszins in de lach. “Voor uw wat?”, vraag ik hem. “Onze twee snottekes”…..Oké, het is mij duidelijk; de Belgen zijn weer gearriveerd.
Een achtjarig Belgisch jochie komt naar mijn mobile home gelopen en vraagt of ik een pomp heb om zijn “balleke” op te pompen. Alleen al om het woord schiet ik in de lach. Hij vertelt mij er ook even gelijk bij dat ik dan wel zo’n ding nodig heb met zo’n “pieleke” eraan, om zijn “balleke” op te pompen. Nu schiet ik helemaal in de lach, het beeld is compleet. Maar goed, het jongetje liep later wel lachend weg met zijn “balleke” welke ik met zo’n “pieleke” had opgepompt.
Als ik op een vrijdagavond na het nuttigen van een pizza op het terras het bos in loop om aan mijn Belgische gasten te vragen hoe laat ze de volgende morgen willen vertrekken, komt er een heerlijke, harde beatmuziek mij tegemoet. Enigszins kijk ik wel verschrikt om mijn heen, want het eerste wat ik denk “oh god wat zullen de rest van de omliggende gasten hiervan denken?” Maar al snel zie ik dat de omliggende tenten leeg zijn, de meeste hiervan zitten bij het restaurant ook hun pizza te nuttigen. Een heerlijke beatmuziek komt mij dus tegemoet, dus enigszins loop ik al dansend c.q. housend de berg op, hoor ik opeens uit die tent komen: “Ammei, Ammei, onze campinghost kan dansen”
Waar ik vorig seizoen een aantal tenten had waar continu water in stond naar een fikse regenbui, heb ik dit seizoen eigenlijk een “makkie”. Nauwelijks water in de tenten. Tuurlijk gebeurt het wel eens dat er wat water staat, maar het is te overzien dit seizoen. Veelal gaat het water onder de tent door. Een gast komt na een vreselijke, gigantische regenbui naar mij toegelopen en vraagt om meerdere dweilen want het water komt van onder de tent, de tent binnen. Er blijken minuscule gaatjes in het grondzeil te zitten. Later kom ik even kijken en ga op zoek naar die minuscule gaatjes. Er moet haast een loep aan te pas komen wil ik die gaatjes ontdekken, maar goed ik heb ze ontdekt. Ik vertel ze wat ik hieraan ga doen; “we laten het eerst een aantal dagen nu goed drogen, dan plak ik de gaatjes af met bandenplak en solutie en vervolgens plak ik er een laag tape erover heen”. “Ja”, zegt de man, “van dat ‘Mac Gyver’-tape”. Ik kijk hem aan, schiet in de lach en zeg: “wat voor tape?” “Van dat grijze ‘Mac Gyver’-tape, plakt als de beste”. “Gebruikt Mac Gyver ook hoor in de tv-serie, je weet wel van vroeger”, zei hij knipogend naar mij. M.a.w. we zijn van dezelfde leeftijd. Maar oké, zo gezegd, zo gedaan, na de bandenplak uiteindelijk afgeplakt met ‘Mac Gyver’-tape. En tot op de dag van vandaag is er geen druppel meer binnengekomen.
Het hoogseizoen is volop bezig. Er is hier een invasie aan kids gekomen, waar ik wel even aan moest wennen. Waar de één zich angstvallig en verlegen achter moeders been verschuilt bij het zien van zo’n rare, vreemde vrouw in het blauw, spreekt de ander honderduit. Een jong gezinnetje met 2 kleine kinderen komen bij mij inchecken. Ik doe altijd eerst even kort welkom heten, vraag hoe de reis is geweest en doe dan direct daarna de administratie afhandelingen. Dan doe ik even kort de highlights geven over de camping en omgeving. Als ik bij de broodjes afhaalservice ben gekomen, gaat het gesprek als volgt:
“Indien u broodjes voor de volgende ochtend bij het ontbijt wil, kunt u deze….” “Zijn het lekkere broodjes?”, vraagt het zevenjarig jochie. “Heel lekker”, zeg ik. Ik vervolg mijn verhaal; …”bestellen, een”….”wat voor broodjes hebben ze dan?”, vraagt het jochie…”Ook chocoladebroodjes?” “Ja ook chocoladebroodjes”, antwoord ik. “Oké nogmaals; Indien u broodjes voor de volgende ochtend bij het ontbijt wil, kunt u deze een dag van te voren…..”. “Mijn oma heeft een keertje chocoladebroodjes in de magnetron gedaan en er niet meer op gelet, de chocolade was helemaal gesmolten en de broodjes begonnen te stinken”. Ik schiet ervan in de lach en ik heb het beeld voor ogen. De moeder maant het jochie tot stilte en zegt “ laat de mevrouw even haar verhaal vertellen”. “Als u broodjes wilt voor de volgende ochtend, dan kunt u deze een dag van te voren bestellen bij de campingrecep….”Hebben ze veel broodjes?” “Zoveel als jullie willen bestellen” zeg ik. “Stil nou”, zegt zijn zusje. Het broertje is stil. “Nog een keertje”. “Indien u broodjes wilt voor de volgende ochtend, dan kunt deze een dag van te voren bestellen bij de campingreceptie”. Met een schuin oog kijk ik het jochie aan. Het jochie blijft stil. Ik bal mijn vuisten van overwinning en de ouders beginnen te lachen. Twintig minuten heeft deze incheck bij mijn receptietent geduurd voordat ik ze uiteindelijk naar hun tent kon brengen. Bij de tent aangekomen leg ik ze nog een paar kleine dingetjes uit, de kinderen inmiddels al springend op de matrassen om hun bed kant uit te zoeken. Ik wens de familie een fijne vakantie en loop al glimlachend terug naar mijn receptietent en eigenlijk denk ik dan nog maar aan één ding….Rust.
Genieten op een prachtige camping. Met de grote en kleine gasten. Als ik dan ook nog voor een uitcheck naar een Kalahari tent toe loop en ik hoor het zoontje tegen zijn moeder zeggen: “mama, mama, daar komt de baas van de camping aangelopen”, dan kan ik daar alleen maar groots van genieten. Want zeg nou zelf, het klinkt toch best aardig: “daar komt de baas van de camping aangelopen”.