Zondag 12 mei gooi ik de sleutel van mijn vakantie mobile home in de VS brievenbus. De avond ervoor nog met de collega-campinghost wat gekletst over het werk en we wensen elkaar voor het nieuwe seizoen succes. Het was een mooi vakantieadresje en ik heb mij prima vermaakt, maar het is nu tijd om naar mijn eigen stek te gaan. De reis verloopt voorspoedig en omdat het zondag is, is het mooi rustig op de weg. De heuvels verdwijnen op de achtergrond, de bergen komen in zicht. En hoe hoger ze worden, hoe meer een blij ei in de auto zit. Omdat ik besloten had om over Grenoble te gaan, rij ik via de Col Mendee naar de camping. De eerste kennismaking met het gebied waar ik de komende maanden mag vertoeven. Wat een heerlijke bergweg om te rijden.
Exact om 15.00 uur rij ik de camping op en word ik hartelijk welkom geheten door de campingbeheerders. Hoe anders is dit, vergeleken met vorig jaar, waar ik na 10 minuten het idee kreeg dat ik niet welkom was en dat dat het hele seizoen is blijven door sudderen. Het scheelt zeker dat het nu ook Nederlanders zijn, dat maakt de communicatie wel wat makkelijker met elkaar. Het voelt direct als een warm bad waar ik in terecht ben gekomen. Wat leuke en hartelijke mensen zijn dit. In die korte kennismaking met elkaar, wordt het mij al snel duidelijk, dit zijn geen piepers, maar gewoon hardwerkende Hollanders die ook de passie hebben voor het vak. Dit gaat wel goedkomen dit seizoen.
Als ik na een paar dagen enigszins geïnstalleerd ben, mag ik eindelijk aan mijn nieuwe avontuur als Campinghost beginnen. Ik sta in de receptietent naar de “troep” te kijken, als ik de tranen op voel komen. Dit zijn geen tranen van verdriet, dit zijn tranen van me zo welkom voelen op mijn nieuwe camping, dat nu pas het besef komt, dat wat vorig jaar allemaal is gebeurd in mijn eerste seizoen, dat wordt nu pas afgesloten met het ontdekken hoe hartelijk ik hier ontvangen ben. Net op het moment dat ik mijn tranen droog, komt Opa in zijn golfkarretje naar beneden gescheurd. Haar ouders zijn hier een paar maanden om te helpen om de camping op orde te brengen. Opa komt naar mij toe en vraagt of ik het goed vind dat hij mijn receptiebord in de grond gaat plaatsen. Hij heeft immers een grondboor. “Wat lief van u”, zeg ik. Samen bepalen we waar het bord het beste geplaatst kan worden en als ik Opa zo bezig zie met zijn grondboor, voel ik een brok in mijn keel weer opkomen.
De communicatie tussen mij en de campingbeheerders verloopt heel soepel. In alles kan ik met ze overleggen. Ik mag dan Campingbeheerder zijn over de Vacansoleil tenten, zij zijn de Campingbeheerders over de rest van de camping. Zij zijn niet de eigenaren, ook zij hebben een organisatie boven hun staan. Ook in dat verhaal vinden wij elkaar. Ik moet mij houden aan de regels van mijn organisatie, maar ook zij aan die van hun. En soms wil het wel eens zo zijn, dat wij beide die regels met een diepe zucht toelaten, even met elkaar hierover mopperen, de schouders ophalend en dan gewoon weer doorgaan met onze passie. Hetzelfde geldt voor het aanpakken van werk. Er is hier momenteel een Franse schoonmaakster aan het werk, leuk mens, maar die heeft volgens mij het werken niet helemaal uitgevonden. Als ik en de campingbeheerster gelijktijdig haar zien werken aan het schoonmaken van de tafeltennistafel, wij elkaar vervolgens aankijken, de hoofd schudden en in de lach schieten, dat weet je dat je elkaar gevonden hebt en uit hetzelfde hout gesneden bent.
Nadat ik mijn receptietent enigszins op orde heb gemaakt, kan ik beginnen aan de opbouw van de tenten. Te beginnen met de Kalahari’s. Ik begin met goede moed, maar al snel maakt de goede moed plaats voor verbazing alom. Om een lang verhaal kort te maken, waarbij de ITM, Eindhoven, ik en zelfs de campingbeheerders hier over gebakkeleid hebben, kwamen we tot de slotsom dat er verschillende maten zijn aan matrassen. Kortom, 20 matrassen bestemd voor de Kalahari’s, lagen verspreid over 22 Navajotenten. De verhuizing kon beginnen. Dat was op zich wel leuk werk, crossen met mijn auto over de camping, in de blubber 20 matrassen verhuizen. Mijn auto heeft een deuk opgelopen, want een boom geeft niet mee, maar ik was de koning te rijk die dag.
En waar ik de ene dag de koning te rijk ben, kan de andere dag weer zo sikkeneurig zijn. Er is een bepaalde onrust in mij. Een collega-campinghost verwoorde het heel mooi: “vorig jaar zijn we in het diepe gesprongen, dit jaar gaan we baantjes trekken en moet dat enthousiasme daarvoor zich manifesteren”. Ik vond dat heel mooi gezegd, want zo voelt het wel. Het is een prettig gegeven om nu die ervaring te hebben en weten wat je nu moet doen, dus een tent is bij wijze van spreken zo opgebouwd. Hoewel ik voorloop op het schema, is het de onrust die mij parten blijft spelen. Goed twee weken hier nu, ik had al veel verder willen zijn dan waar ik nu sta, maar in elke tent is er wel “wat”. De eerste gasten zijn gearriveerd en tuurlijk heb ik ze hartelijk ontvangen en e.e.a. verteld en uitgelegd, ze waren blij met hun plekje, dat stemde mij ook weer blij, maar toch….het is net of ik nog niet toe ben aan gasten, net of ik iets meer tijd ertussen wil hebben. Maar met de lastminutes die ik deze week alsmaar ontvang, is mij die meer tijd niet gegeven.
Begrijp mij niet verkeerd, ik heb het prima naar mijn zin, ik zit in een waanzinnig mooi gebied waar veel te ontdekken valt, ik zit op een mooie, intensieve camping, ik ben in een warm bad terecht gekomen, ik ben elke dag, zoals ik het graag wil, buiten bezig, ik ben daar waar ik het liefste ben: op de camping, ik ben weer thuis in een ‘tiny house’ en ik heb weer een enthousiaste ITM om me heen. Het gemis naar “thuis” is er niet, maar wat ik wel merk is het gemis aan een maatje. Zo’n maatje waar je even tegen aan kunt lullen, als ik mijn dag niet heb, of zo’n maatje die mijn onrust uit mijn lijf kan halen. Zo’n maatje die gewoon even een arm over mijn schouder legt en zegt: “het komt wel goed, schatje….”.
Het komt wel goed schatje
Het komt wel goed schatje…en niks zo fijn als een warm bad en dat gemis van een maatje…zeeeeer herkenbaar . Maak er ene mooi seizoen van meid ⛺️ ⛺️
Jammer dat je zover weg zit. Anders kwam ik ff een arm over je schouder leggen. Daar ben ik namelijk erg goed in. En tegen me aan lullen had ook gekund. Maar nu praten we toch ook een beetje met elkaar. Hoewel, veel zinnigs komt er bij ons meestal niet uit. Ik begrijp heel goed wat je bedoelt maar Marrit een heel klein beetje kennende, zet ze zich er ook wel weer overheen. Ik zal voor je duimen. Duimen voor een nieuwe baan voor Mieke en nu jij er bij, ik heb het er maar druk mee. Maar ik denk aan je en denk dan voornamelijk: Het komt wel goed, schatje!!!!